Precies een jaar geleden kreeg ik de diagnose schildklierkanker. Dat was schrikken, maar het klinkt erger dan het is. Toch bleek de weg naar genezing langer te duren dan gedacht. Ik heb deze weg schilderend afgelegd, om het allemaal een plekje te geven.
De schilderijen staan niet helemaal in chronologische volgorde. De tekst wel.
Lang, lang geleden, op zo’n beetje dezelfde plek als nu, had ik een gezwollen wang. Beetje zoals de bof. Na verschillende onderzoeken bleek het om een auto-immuunziekte te gaan. Iets waar ik zowel toen als nu weinig problemen van ondervind. Maar de reumatoloog vertelde me dat als ik weer een zwelling zou krijgen, en deze langer dan een paar weken aan zou houden, ik aan de bel moest trekken.
Oké. Niet dat ik dacht dat dit ooit van toepassing op mij zou zijn, maar prima.
En jawel. Uiteraard. Anders had ik die intro ook niet geschreven, natuurlijk. Beetje een spoiler, maar ik laat het toch maar gewoon staan.

Na vele buisjes bloed en puncties en echo’s van de hals, en nog meer puncties, kwam daar dan toch dat enge woord uit: kanker. En ik had niet eens ergens last van. Die zwelling in hals, meer niet. Nouja, ik was ook wel erg moe. Maar twee jonge kinderen en een baan en een eigen studio, dat is gewoon vermoeiend. Wist ik veel.

De helft van mijn schildklier moest eruit om verder te onderzoeken. Dus een operatie. En als ik iets eng vind, dan is het een operatie (onder volledige narcose). Maar goed, je doet er weinig aan. Weigeren is ook niet echt een optie.

Het bleek de eerste operatie in een reeks van drie te zijn. Tijdens een pandemie. Dubbel vreemd en een onwerkelijke ervaring. Zeker tijdens een lockdown. En het bestaat vooral uit heel veel wachten. Eerst op de afspraak zelf. Mijn man en kinderen zette me af. Ze mochten niet mee het ziekenhuis in en een oppas was ook niet echt te regelen tijdens een pandemie. Dus ik wachtte alleen, in de wachtkamer, waar ik werd opgehaald door een verpleegkundige.

Toen in een apart kamertje met een bed. Samen met anderen die op een operatie lagen te wachten. Daar moest ik me omkleden in een operatiejurk. Vervolgens in het bed wachten tot ik aan de beurt was. Dat ging gelukkig vrij rap (één van de weinige voordelen van de lockdown, ontdekte ik later). Ondertussen gierde de adrenaline door mijn lijf van de spanning.

Weer een wachtkamer. Pre-operatief dit keer. Hier kreeg ik een infuus in mijn arm. Voor pijnmedicatie en de anesthesie. Gelukkig zijn mijn aderen makkelijk en heb ik geen moeite met naalden.
Dan door naar de operatiekamer. Ik rilde van de kou. Die koude is om infecties tegen te gaan, begreep ik. Het had ook niet uitgemaakt. Rillen deed ik toch wel. Van de zenuwen.

Toen ik wakker werd bleek de operatie langer geduurd te hebben dan gepland. Schijnbaar zat het ding behoorlijk vast en had mijn stembandzenuw een knauw gekregen. Ik had last van mijn keel en moeite met slikken. Praten lukte op dat moment amper. Het was spannend, maar niet onoverkomelijk en ik dacht toen nog, ik ben er nu in elk geval vanaf. Little did I know…
Pingback:Een weg schilderen (3/3) – Studio Ginart